Verhalen
De zorggezel: meer individuele aandacht voor de bewoner
Een maatje, een vriend voor het leven, een gezelligheidsdier. De functie van zorggezel bij Pleyade is dat en meer. Als zorggezel bied je ondersteuning aan bewoners bij Pleyade, niet door het geven van zorg, maar juist met het geven van een-op-een aandacht. Dit kan een activiteit zijn, maar ook door er simpelweg voor een bewoner te zijn. Een zorggezel bekijkt per bewoner op welke manieren het leven van de bewoner verrijkt kan worden.
Het gaat van wildplukken tot handwerken en van wandelen tot zingen. Of soms gewoon bij iemand op bezoek komen en samen televisie kijken. Of een vertrouwensband met iemand hebben opgebouwd, zodat diegene weet dat hij of zij bij iemand terecht kan. Hoe weten zorggezellen welke persoonlijke aandacht ze moeten geven? Daar heeft iedere zorggezel zijn of haar manieren voor. Wat hen bindt, is 110 procent inzet om het leven van elke bewoner te verrijken. Hoe ze dat doen, lees je in deze interviews.
Zorggezel Jeanette Stortelder met Agnes Jochums op Lobede
‘Een schatje’ noemt bewoner Agnes Jochums zorggezel Jeanette (56). Sinds twee jaar werkt ze op Lobede. Ze voelt zich er als een vis in het water. „Er voor mensen zijn zit in mijn bloed. Als opruimcoach ontdekte ik dat het bijstaan van ouderen me het meeste ligt. Zodoende ben ik hier terechtgekomen.” Agnes is er superblij mee. „Nu kan ik vaker naar buiten. Ik ben een echt buitenmens, geboren op een boerderij. Omdat ik in een rolstoel zit, heb ik een duwer nodig. Jeanette neemt me mee uit wandelen. Ik wil altijd naar het gebied waar de wilde koeien en paarden staan.” „Dat is Geuzenwaard”, vult Jeanette aan. „Maar we pikken ook wel eens een terrasje hier op de kade of maken samen een kruiswoordpuzzel. Het is maar net waar Agnes die dag zin in heeft.” „Ik zou graag weer eens willen rolstoeldansen”, zegt Agnes. Dat is een soort gymnastiek in de rolstoel. Agnes’ wens brengt de zorggezel meteen op een idee. „Ik zal wel eens een filmpje op YouTube zoeken, dan kunnen we wat oefenen.”
‘Als ik er voor iemand kan zijn, denk ik: Yes!’
Niet elke bewoner heeft een waslijst aan bezigheden die hij of zij graag wil doen, en dat is prima, zegt Jeanette. „Ons uitgangspunt is: een bewoner mag alles, maar moet niets.” Een mindere kant van het werk kan Jeanette niet bedenken. Het enige waar ze slechte herinneringen aan heeft, is de eerste lockdown als gevolg van Corona. „Dat was verschrikkelijk! De bewoners mochten geen
bezoek ontvangen. Sommigen werden zwaarmoedig.” Meer dan ooit waren ze aangewezen op het gezelschap van Jeanette en haar collega’s. „Gelukkig kregen we toen meer uren waardoor we het gemis van familieleden een beetje konden opvangen.” Ze is blij dat nu alles weer kan. Samen appelflappen bakken of meedoen aan de bingoavond. Het maakt niet uit wat, zo lang de bewoner er maar zelf voor kiest. „Ik zie dat ze ervan opknappen. Het is zó goed dat deze baan bestaat.”
Zorggezel Berry van Aken met mevrouw Sanders op Binnenrijk
‘Dit is heel dankbaar werk’
Als Berry (55) gaat werken, zegt hij: ‘Ik ga weer lekker naar mijn familie’. „Het voelt niet als werk. De bewoners zijn voor mij net familieleden met wie ik een goede band heb opgebouwd.” Van leuke activiteiten met een bewoner kan hij talloze voorbeelden geven, zoals picknicken aan de waterkant of een kerstdorp bouwen. Maar soms komen er ook minder vrolijke dingen aan bod. „Er is hier een mevrouw wier man niet zo lang geleden is overleden. Op zijn verjaardag zat ze heel verdrietig op haar kamer. Toen heb ik gezegd: ‘Zullen we uw man gaan herdenken?’ Dat vond ze een goed idee.” Berry zorgde voor een led-kaarsje en bloemetje bij de foto. Samen zeiden ze een gebedje op. „Het kost geen moeite, maar die mevrouw was zo dankbaar. Dat maakt het voor mij mooi om te doen.” De bezigheden zijn gebaseerd op de wensen en behoeftes die een bewoner aangeeft. „De meeste bewoners hier gaan graag naar buiten. Speciaal daarvoor zijn een duo-fiets en duo-scootmobiel aangeschaft.” Hij is ook van het uitpluizen. „Herinneringen aan iemands jonge jaren brengen vaak blije reacties teweeg bij een bewoner. Ik zoek uit wat iemands geboorte- of woonplaats was en dan ga ik googelen. Als ik daarna de beelden in de huiskamer op het scherm zet, komen de verhalen.” Internet is een uitkomst, maar als het even kan, neemt hij een bewoner het liefst mee naar een plek van vroeger. Zo reed hij met mevrouw Sanders naar de Duivense buurt waar ze is geboren en getogen. Dat ervaarde ze als bijzonder. „Het deed me wel iets om weer in die straat te zijn. Maar ik ga ook graag met Berry de dijk op, scheepjes zien. Soms nemen we koffie mee. Al is het water, dan vind ik het nog lekker. Berry is mijn grote vriend.” Ze slaat hem joviaal op de schouders.
Zorggezel Will de Rijder-van Boggelen met Bert Leidekker op Lobede
‘Soms is het al genoeg om er gewoon te zijn’
Will (65) is iemand met een zorghart, zoals ze dat zelf noemt. Dat kan ook niet anders als je weet dat ze op haar achttiende begon en nooit de zorg verlaten heeft. Na haar laatste baan als verzorgende besloot ze de medische kant van het vak vaarwel te zeggen, maar ze vond het te vroeg om helemaal te stoppen. Toen kwam de functie van zorggezel in beeld. „Hier gaat het puur om het geven van persoonlijke aandacht, niet om medische handelingen. Het contact met de bewoners is een-op-een. Met sommigen doe ik een spel of ga ik wandelen, afhankelijk van wat ze graag willen doen. Maar soms is het al genoeg om er gewoon te zijn.” Het is onmogelijk om tijdens haar dienst, die vier uur duurt, voor iedereen oog te hebben. „In het begin heb ik daar slapeloze nachten van gehad. Dan ging ik naar huis en dacht: ‘O jee, ik heb die niet gesproken en die niet gezien.’ Maar ik heb me erbij neergelegd dat dat niet kan in de beperkte tijd.” Het achterhalen wat de interesses van iemand zijn, doet de zorggezel door de bewoner echt te leren kennen, maar ook door het raadplegen van naasten of het neuzen in oude fotoboeken, zoals bij Bert Leidekker. „Toen meneer Leidekker pas hier kwam wonen, wilde hij eigenlijk niet echt wat doen samen, totdat ik erachter kwam dat hij graag praat over zijn vroegere werk. Dan pakken we er papieren bij van zijn tijd als kwaliteitsmedewerker bij Nuon.” Dat doet meneer Leidekker – ‘Zeg maar Bert hoor’ – ook tijdens het interview. Trots toont hij een personeelsblad van zijn oude werkgever waarop hij de cover siert. „Ik snap eigenlijk niet dat ik dat allemaal heb meegemaakt. Ik heb altijd mijn best gedaan. De dingen die ik doe, doe ik zo goed mogelijk.” Dat beaamt Will. „Hij maakt zich graag nuttig. We koken hier iedere dag zelf. Dan schilt Bert de aardappels en dekt hij de tafels. Dat is helemaal zijn ding.”
Zorggezel Margo Boerboom op Waalstaete
‘Echte toewijding kunnen mensen voelen’
Geduld, liefde en warmte zijn volgens Margo (56) onontbeerlijk als zorggezel. „Ik ben een pleaser. Het anderen naar hun zin maken zit gewoon in mij. Veel doe ik op mijn gevoel. Als een bewoner onrustig of verdrietig is, dan vind ik het fijn om er voor deze persoon te zijn.” Margo heeft de nodige mensenkennis, iets wat nodig is om dit vak te kunnen uitoefenen. Iemand helpen vindt ze vanzelfsprekend. Ze ontfermt zich bijvoorbeeld ook vier keer per week over haar schoonmoeder. Margo zorgt graag voor gezelligheid en afleiding. „Ik ga dan op bezoek bij de bewoners met iets lekkers en maak een praatje.” Als iemand moeite heeft met communiceren, dan werkt lijfelijk contact vaak wel, heeft ze ervaren. „Bijvoorbeeld het geven van een knuffel of het vasthouden van een hand. Het belangrijkste is dat je er bént. Echte toewijding kunnen mensen voelen.” Wat Margo geeft, krijgt ze ook vaak terug. „Ze geven me bijvoorbeeld een compliment of zeggen iets liefs, zoals ‘Ik hou van jou’. Het is heerlijk om die warmte ook terug te ontvangen.” Een van de gebeurtenissen die haar het meest zijn bij gebleven, is geen afscheid kunnen nemen van bewoners die stierven in Coronatijd. „Je bouwt een band op met mensen. Als die overlijden zonder dat je er nog bij hebt kunnen zijn, is dat een rare gewaarwording.”
Zorggezel Karin Timmer op Binnenrijk
‘Je kunt er op veel verschillende manieren zijn voor iemand’
Karin (42) is een van de pioniers op zorggezelgebied. Ze startte vijf jaar geleden als eerste in deze functie op Binnenrijk. „Dat was heel spannend. Ik had geen ervaring met het werken met ouderen. Ik heb mezelf eerst de tijd gegeven om de bewoners te leren kennen en een band met hen op te bouwen.” Inmiddels kent ze iedereen wel. Andersom kennen ze haar soms niet meer. En toch is er een soort van herkenning als ze na een vakantie weer binnenloopt. „Dan zie ik de ogen stralen van mensen die niet kunnen praten. Anderen vragen: ‘Gaan we weer leuke dingen doen?’” Karins motto is: ‘Je kunt er op veel verschillende manieren zijn voor iemand.’ Dat kan door samen muziek te luisteren uit zijn jeugd of een handmassage, of soms gewoon een arm om iemand heen. „Het zijn de simpele dingen die het zo waardevol maken.” Ze kan een boek schrijven over alle ‘glimlachmomentjes’ die ze meemaakt. Zoals die keer dat ze met een bewoner op de tweepersoons scootmobiel de heide opging. „Die mevrouw wilde graag dat ik bloemen ging plukken, maar eigenlijk mag dit niet. Ik zei: ‘Als oom agent langskomt, dan stopt u die bloemen gauw onder uw bloesje!’ Ze schaterde het uit. Dagen later had ze het er nog over.” Humor zet ze graag in als middel. Het helpt om alles even te vergeten. En ze merkt dat mensen zich dan op hun gemak voelen. Haar lach klinkt vaak, maar er zijn ook momenten waarop ze een traantje moet wegpinken. „Ik ben met een meneer, die geen familie meer heeft, uit gaan lunchen op zijn verjaardag. Op het einde zei hij: ‘Dit was een van mijn mooiste verjaardagen’. Dat ontroerde me.” Karin is helemaal wild van haar vak. „Uit onderzoek is gebleken dat mensen mobieler blijven, minder medicatie nodig hebben en een betekenisvolle dag hebben sinds er zorggezellen bij Pleyade zijn. Hoe mooi is dat?”
Tekst - Babette Margés